Dirkzwager legal & tax

Is een cateringcontract óók een huurovereenkomst?
19 Januari 2015
Door grote(re) bedrijven en de overheid worden de cateringdiensten in hun (bedrijfs)gebouwen vaak uitbesteed aan een cateringbedrijf. Het cateringbedrijf zal daarbij veelal ook een ruimte ter beschikking krijgen waarin en van waaruit zij haar werkzaamheden kan verrichten. In een zaak die tussen een cateringbedrijf en de Staat speelde voor Rechtbank Midden-Nederland kwam de vraag aan de orde of het cateringcontract om die reden (óók) als huurcontract zou moeten worden aangemerkt.

Wil er sprake zijn van een huurcontract, dan moet één partij (de verhuurder) aan de andere partij (de huurder) een zaak of gedeelte daarvan in gebruik, waarbij de huurder een tegenprestatie verschuldigd is. Het is vaste rechtspraak dat “de zaak” (of het gedeelte daarvan) dat in gebruik wordt gegeven in voldoende mate bepaalbaar moet zijn.

De kantonrechter besliste in deze zaak dat het cateringcontract niet voldoet aan de vereisten die gelden voor de (kwalificatie als) huurcontract. In het cateringcontract was de ter beschikking gestelde ruimte namelijk niet nader omschreven dan “ruimten waarin medewerkers van de opdrachtnemer werkzaamheden verrichten ter uitvoering van de overeengekomen diensten.” Bij huurovereenkomsten is een concretere beschrijving van die ruimte en de locatie daarvan echter wel gebruikelijk. Bovendien kan de verhuurder niet zondermeer van de huurder verlangen dat deze een andere ruimte gaat gebruiken, terwijl dat in dit contract wél mogelijk was en de Staat dit bovendien ook had gedaan.

De kantonrechter overweegt ten overvloede nog dat zelfs al zou de cateringovereenkomst wél aan de essentialia van een huurovereenkomst voldoen, hieruit niet volgt dat daarmee automatisch sprake zou zijn van een huurovereenkomst. De kantonrechter wijst daarbij op het van de Hoge Raad van 11 februari 2011. In dat arrest is geoordeeld dat “niet beslissend is immers of de Overeenkomsten elementen bevatten op grond waarvan op zichzelf aan de wettelijke omschrijving van huur is voldaan, maar of in de gegeven omstandigheden, gelet op hetgeen partijen ten tijde van het sluiten van de Overeenkomsten voor ogen stond, de inhoud en strekking van de Overeenkomsten van dien aard zijn dat deze in hun geheel beschouwd als huurovereenkomsten kunnen worden aangemerkt.”

De kantonrechter overweegt dat de Staat een aanbestedingsprocedure had uitgeschreven voor cateringdiensten waarbij uitdrukkelijk is gesproken over ”een cateringcontract voor de exploitatie van het museumrestaurant en de verzorging van banquetingfaciliteiten.” Het cateringbedrijf wist zodoende dat de Staat niet een huurcontract maar een cateringcontract wilde afsluiten. Bovendien wijst de kantonrechter erop dat er duidelijke eisen zijn gesteld waaraan de catering moet voldoen, zoals openingstijden, assortiment en de hoeveelheid aanwezig personeel. “Dergelijke voorschriften liggen in het kader van een huurovereenkomst, waarbij enkel een ruimte ter beschikking wordt gesteld en de huurder vrij is in de wijze van exploiteren, niet voor de hand”, aldus de kantonrechter. Ook speelt in dit verband een rol dat, zoals eerder al door de kantonrechter overwogen, aan het cateringbedrijf geen specifiek gebruiksrecht wordt toegekend, maar slechts ‘ruimten’ ter beschikking zijn gesteld voor de uitvoering van de (catering)werkzaamheden.

Charlotte Raaimakers, advocaat Leisure & Hospitality

» Ga naar de link
Contactgegevens
Dirkzwager legal & tax
Van Schaeck Mathonsingel 4
6512 AN Nijmegen